HRM-, Middelen-, Informatie- en Financieel beleid


De inzet van resources wordt onder meer bepaald door de logistieke kaders. In een situatie waarin gekozen wordt voor een push strategie kan de inzet van resources op voorhand bepaald worden. Daar waar de zorgverlening minder voorspelbaar is, is ook de inzet van resources minder voorspelbaar en is er behoefte aan flexibiliteit:


Relevante thema’s op het gebied van personeel zijn:

  1. OpsommingstekenVerhouding eigen en ingehuurd personeel (creëren van flexibiliteit op lange termijn)

  2. OpsommingstekenFlexibiliteit op instellingsniveau (functiegebouw, flexpool)

  3. OpsommingstekenVerhouding fulltimers / parttimers, vaste / flexibele contracten (arbeidscontracten)

  4. OpsommingstekenVerhouding vaste roosters en flexibele inzet (dienstroosters)

  5. OpsommingstekenBorgen van een kwalitatief en kwantitatief goede bezetting (Instroom/doorstroom/uitstroom

  6. beleid)


Voor het middelen beleid zijn dezelfde thema’s aan de orde. Voorbeelden van flexibilisering binnen het middelen beleid zijn het two-bin systeem (methode van JIT voorraadbeheersing), het inrichten van een gezamenlijk depot voor dure verpleegkundige hulpmiddelen en flexibel gebruik van werkkamers.


De kaders op het gebied van personeel en middelen hebben direct invloed op de informatievoorziening. Neem als voorbeeld de flexibele inzet van personeel. Om tijdig de juiste hoeveelheid personeel in te zetten is inzicht in de actuele zorgvraag (pijplijninformatie en clienten- of patiëntenplanning) noodzakelijk. Deze nieuwe informatiebehoeften vragen om een aangepast informatiebeleid.


Als laatste zijn aanpassingen in de financiële kaders noodzakelijk.  Denk hierbij aan de wijze waarop budgetten worden toegekend aan afdelingen en de wijze waarop deze afdelingen worden aangestuurd (planning & control cyclus).


Werken vanuit samenhang


Terug naar Visie

© Nationale Beeldbank

© Nationale Beeldbank

© Nationale Beeldbank